We kunnen er niet omheen en we kunnen niet terug. Het is een feit dat social media deel uitmaken van je leven zowel privé als zakelijk.
De ontwikkelingen in het sociale domein lopen
achter maar er is wel een kleine inhaalslag gemaakt. Zorginstellingen willen
meer investeren in social media waarbij de voorkeur uitgaat naar de
traditionelere kanalen als Twitter en Facebook. Dat blijkt uit het landelijk
onderzoek #gezondcommuniceren2014 (Minkelis,
2014).
Mijn kijk op de inzet van Social media/E-health in Social Work
Mijn eerste dag op de dagbehandeling van Gastenhof. Ik zit met een
begeleider en een cliënt van 14 jaar wat te kletsen. Net daarvoor heb ik voor
de begeleider een aantal ‘lekker in mijn vel’ formulieren uitgeprint.
Nieuwsgierig vraag ik naar de functie van deze formulieren en of ik misschien
zo’n formulier, uiteraard geanonimiseerd, mag inzien. Ik krijg te horen dat,
zolang nog niet alle formaliteiten rond mijn aanstelling zijn afgerond en ik de
DDG-Training (Dreigend en Destructief Gedrag)nog niet heb gevolgd, ik geen
inzake in intranet, dossiers e.d. mag hebben i.v.m. privacy. De cliënt, die het
gesprek belangstellend had gevolgd, gaf vervolgens aan dat hij niet zou willen
dat jan en alleman zo maar in zijn dossier zou mogen kijken. Hij wilde ook niet
dat anderen wisten dat hij in Gastenhof zat. En ook op Facebook e.d. was hij
voorzichtig met het uitwisselen van informatie.De begeleider heeft hem
gerustgesteld en gezegd dat zelfs aan zijn ouders in bepaalde situaties geen
informatie verstrekt zouden worden als hij dat niet wilde.
Ik vind het opmerkelijk dat zo’n jongen van
amper 14 jaar, actief op Facebook, WhatsApp e.d. al zo’n duidelijke mening
heeft over privacy en het gebruik van social media. En dat is nou juist waar ik
mij ook een beetje bezorgd over maak: de privacy. En blijkbaar sta ik daarin
niet alleen, getuige het Nationale SocialMedia Onderzoek 2015. Daaruit
blijkt dat de zorgen omtrent privacy is toegenomen onder gebruikers jonger dan
40 jaar, terwijl deze onder ouderen zijn gedaald. Je zult als gebruiker, zowel
privé als zakelijk steeds stil moeten staan bij de vraag wie de informatie kan
en mag zien. Natuurlijk heb je zelf veel in de hand maar zeker niet alles. Social
media zijn commerciële bedrijven, die ergens inkomsten vandaan moeten halen. En
dat doen ze dus door gegevens te verstrekken aan adverteerders. Wat daar het
gevolg van kan zijn kun je bekijken in dit bizarre filmpje. Een thriller!
Wil je zelf testen hoe het zit met je kennis
over privacy doe dan de social media privacy quiz.
Het gebruik van social media: Het zou voor mij
wat minder mogen want social media beheersen zowat je hele leven. We kunnen
bijvoorbeeld al niet meer een uur zonder WhatsApp. Als het piepje gaat, kun je
je vaak niet bedwingen om te kijken wie geappt heeft. Ik zie echter ook wel de
positieve kanten aan het gebruik van internet zowel op persoonlijk vlak als in
de zorg zoals:
· In plaats
van op spreekuur te komen, stel je je vraag online via bv. online spreekuren.
De wachttijden in de huisartsenpraktijk worden minder lang en het is
kostenbesparend. (Gulden, 2015, p. 209)
· Omdat
mensen anoniem kritiek kunnen uiten op hulpverleners wanneer ze niet tevreden
zijn over de verleende hulp, bv. op Zorgkaart Nederland zal de kwaliteit
van de dienst- en hulpverlening toenemen. Hulpverleners kunnen het zich niet
meer permitteren om dergelijke kritiek te negeren.
· Door op
bekende platformen zoals Facebook en LinkedIn actief te zijn kun je gemakkelijk
contact maken omdat veel mensen veel tijd doorbrengen op deze forums (Gulden,
2015, 201)
· Zoals
Jenny al vermeldde op Siickymoose verlaagt de “anonimiteit”
van social media de drempel om contact te zoeken met lotgenoten en
steungroepen, hulp te zoeken of een blog bij te houden voor zorgelijke
situaties of ziekten waar men zich voor schaamt bv. aids.
· Omdat
bijna alles online wordt gedeeld heb je de beschikking over enorm veel
informatie. Het kan er echter ook toe leiden dat cliënten daardoor verkeerde
aannames maken of verkeerde conclusies trekken. De zorginstelling moet daarom
actief monitoren of de online informatie die gedeeld c.q. verstrekt wordt wel
juist is. (Dietz, 2013, p. 8).
“Om goede zorg te bieden
moet de hulpverlener daar zijn waar de cliënt is en aangezien de cliënt veel
online is, hoort de zorgverlener dat ook te zijn”. (Gulden & Wurff, 2015,
p. 13)
Inzet social media bij Vluchtelingenwerk en Gastenhof
Momenteel staat de
transitie van de jeugdzorg volop in de belangstelling. De politiek wil
bezuinigen en velen maken zich zorgen over de borging
en de kwaliteit van de zorg. Er wordt gezocht naar manieren om goedkoper te
werken zonder verlies van kwaliteit. Een mogelijkheid daarvoor is de inzet van
social media. Bovendien is de cliënt van tegenwoordig online en dus moet de
hulpverlener dat ook zijn. (Gulden & Wurff, 2015, p. 16). Omdat ik nog niet
zo heel veel kan vertellen over de inzet van social media bij Gastenhof vertel
ik in dit blog eerst iets op welke wijze Vluchtelingenwerk gebruik maakt van
social media. Daarna ga ik kort in op de praktijk bij Gastenhof en de Koraalgroep
waar de werkstichting deel van uitmaakt.
Omdat ik nog niet zo heel veel kan vertellen
over de inzet van social media bij Gastenhof vertel ik in dit blog eerst iets
op welke wijze Vluchtelingenwerk gebruik maakt van social media. Daarna ga ik
kort in op de praktijk bij Gastenhof en de Koraalgroep waar de werkstichting
deel van uitmaakt.
Vluchtelingenwerk
Tijdens mijn stage bij Vluchtelingenwerk heb ik
voor de opdrachten voor school wel vaker gebruik gemaakt van de intranetsite.
Daarnaast werd door de vrijwilligers intensief gebruik gemaakt van de
groepwhatsapp die we in de loop van 2014 hebben aangemaakt. Een handig
hulpmiddel dat de onderlinge samenwerking verbeterde. Door het gebruik van de
groepsapp konden we snel inspringen op onverwachte situaties. Uiteraard is
Vluchtelingenwerk ook te vinden op Facebook en LinkedIn en zijn er tal van filmpjes
te bekijken over het werk van vluchtelingenwerk op Youtube. Vluchtelingenwerk zet social
media ook in om aandacht te vragen voor specifieke actuele thema’s binnen het vluchtelingenwerk.
Mensen kunnen de campagnes steunen door Tweets
te retweeten en te ‘liken’ op Facebook en youtube.
Gastenhof
Gastenhof, de werkstichting waar ik
stage loop, maakt onderdeel uit van de Koraal Groep. Een korte inventarisatie
bij mijn stagebegeleidster en een tweetal groepsleiders wees uit dat er binnen
Gastenhof geen social media worden ingezet in de begeleiding van de clienten.
In de paar dagen dat ik daar nu werk heb ik wel gezien dat de jeugdigen
allemaal een smartphone hebben en daar ook veel gebruik van maken. Op gezette
tijden mogen ze een half uur op de computer. Gastenhof heeft een twitteraccount,
facebook en een eigen kanaal op youtube. Gastenhof heeft zelf geen
LinkedIn pagina maar de Koraal Groep wel.
Men is bij Gastenhof wel voornemens om social
media in te zetten in de hulpverlening. Een van de begeleiders heeft een deel
van een nieuwsbrief voor mij uitgeprint waarin staat vermeld dat op 3 oktober
de kick-off plaatsvindt van het traject Social Media. Met ondersteuning van StichtingAlexander
zal er vanuit de interesse en ervaringen van de jongeren een traject worden
uitgevoerd om te komen tot een professionele toepassing van social media in de
zorg. Deze ontwikkeling houd ik uiteraard in de gaten!
Koraalgroep
Door de Transitie Jeugdzorg moet Koraal Groep
ook flink bezuinigen. Van mijn stagebegeleidster hoorde ik dat er afgelopen
jaar veel ontslagen zijn gevallen en ook nu is er nog steeds onzekerheid binnen
de organisatie omdat de reorganisatie nog lang niet rond is.
Door te googlen ben ik er achter gekomen dat de
Koraalgroep op diverse manieren gebruik maakt van social media in de
hulpverlening. Ik zet er hier een aantal op een rij.
· Binnen de
Koraalgroep wordt gebruik gemaakt van het cliënt- en verwantenportaal UNIT4.
Een systeem waarmee cliënten altijd en overal toegang hebben tot hun
cliëntgegevens. Ook familieleden, buren en kennissen voor wie deze informatie
van belang is, kan toegang verleend worden tot deze gegevens. Zo zijn alle
betrokkenen op de hoogte van de situatie van de cliënt. (Koraal Groep 2015a)
· BergOp is
een webbased programma dat inzicht geeft op de doelgroep, het aanbod en de
resultaten van de zorgpraktijk. Met de app BergOp kan op een
gebruiksvriendelijke en betrouwbare manier gegevens van cliënten worden
verzameld en worden de effecten van behandelingen inzichtelijk gemaakt. (Koraal
Groep 2015b, p. 8)).
· Bij
Gastenhof-locatie De Kelp in Landgraaf worden zelfontwikkelde apps ingezet om
jongeren te helpen hun leven meer structuur te geven. Zo kan een client met de
Help!Me app op momenten dat de groepsleiding niet aanwezig is, via een rode
knop op zijn smartphone hulp vragen aan een begeleider. De Do!It app is een
digitaal dagprogramma en herinnert de jongere aan zijn afspraken en taken.
Wanneer de taak is uitgevoerd kan hij die afvinken. (Koraalgroep, 2014).
Me, myself and Social Media
Het filmpje
dat Hans op zijn blog heeft gezet heeft
mij nieuwsgierig gemaakt en ik ben daarom nog eens gaan kijken of ik daar ook
de tekst van kon vinden. Wanneer ik de profielen zo bekijk dan pikik van drie
leefstijlprofielen iets mee: de Functionals, de Knowledge seekers en de
Networkers. Accent ligt daarbij voornamelijk op Funtionals en Knowledge seekers
omdat ik internet vrij intensief gebruik voor het zoeken van informatie. Mede
door een leerkracht Welzijn en Technologie! die ons steeds weer verblijdt met
opdrachten! Net als de Functional ben ik wel enigszins bezorgd om mijn privacy
maar het weerhoudt mij er niet van om op Facebook, LinkedIn, WhatsApp, Twitter
en sinds deze week op Instagram actief te zijn. Uitgedrukt in een grafiekje
ziet de frequentie van mijn social media gebruik er als volgt uit. What’sApp
gebruik ik intensief, Facebook een paar keer per week, soms ook weer weken
niet. Ik ben het wel met Roger
eens dat mensen op Facebook vaak niet hun ware gezicht laten zien. Op Facebook
zijn alle mensen happy en maken allerlei leuke, gezellige dingen mee. Maar het
leven is niet alleen maar leuk. Facebook is een leuke aanvulling maar mijn
voorkeur gaat ook uit naar een face-to-face gesprek waar ik mijn vriend of
vriendin in de ogen kan kijken. Op LinkedIn ben ik ongeveer maandelijks;
meestal om de updates te bekijken. Op Youtube en Pinterest ben ik hoogst
zelden. Met Twitter doe ik de laatste twee jaar niets meer hoewel ik wel een twitteraccount heb. Mede door deze module
ben ik daar de laatste tijd weer wat actiever in die zin dat ik mensen en
organisaties zoals Gastenhof volg. Ik plaats zelf geen tweets, retweet wel als
de boodschap mij aanspreekt. Wil je weten welke social media leefstijl jij
hanteert, bezoek dan de webpagina van ‘Social
Media Modellen’.
Tot blogs, Marie Therese
Geraadpleegde literatuur
Dietz, R.W. (2013). Zorgbeleid maken
met social media
Nieuwe kansen voor zorginstellingen door online te luisteren en mee te
praten (z.p.): Coosto. Gedownload op 6 september 2015,
van http://www.coosto.com/files/downloads/Whitepaper_Zorg_v2.pdf
Gulden, M., & Wurff, J. (2015). Social
media in zorg en welzijn: Dat zorgt beter!. Schiedam: Scriptum.
Minkelis, J. van de & Nadort, E. van de.
(2014). Zorg
investeert in social media, maar
durf ontbreekt: #gezondcommuniceren2014 - onderzoek social media bij
zorg- en welzijnsorganisaties in Nederland. –
Gorinchem: Transmissie. Gedownload op 5 september 2015, van http://pdf.swphost.com/Sozio/e-nieuwsbrief/2014/gezondcommuniceren2014.pdf
Koraal Groep (2015a). Koraal Groep Jeugd start
pilot Effectmeting. KleurRijk:
digitale
nieuwsbrief voor medewerkers van Koraal Groep (5), 8. Gedownload op 6 september 2015, van www.koraalgroep.nl/.../13463_1264960_3KYE_KleurRijk_201505.pdf
Koraal Groep (2015b). Verwantenportaal.
Geraadpleegd op 6 september 2015, van
Koraal Groep (2014). Met apps op weg naar
zelfstandigheid. KleurRijk:
digitale
nieuwsbrief voor medewerkers van Koraal Groep. Gedownload op 6
september, van http://www.gastenhof.nl/Applications/NewsApp/NewsList.aspx?INSTANCE=0d34bc2a-b80a-4adc-b7dd-c782366f19ac
Turpijn, L., Kneefel, S. & Veer, N. van der.
(2015). Nationale
Social Media Onderzoek
2015: Het grootste trendonderzoek van Nederland naar het gebruik en
verwachting van social media #NSMO. Amsterdam: Newcom
Research & Consultancy B.V.
Hallo Marie- Therese, complimenten interessant stukje. Wat mij zeer aanspreekt in jouw stuk is de Do!It App. En dan denk ik niet alleen aan de jongeren, maar ook voor andere mensen.
BeantwoordenVerwijderenOp mijn huidige stageplaats was deze week een cliënt die moeite had om zijn afspraken te onthouden, omdat hij dit momenteel mentaal niet goed geregeld krijgt. Hij vroeg in deze om hulp. Een Do!It App zou dan mooi uitkomst kunnen bieden.
Over jeugd gesproken: er zijn her en der wachtlijsten (jongeren die wachten op een plaatsing) en wellicht kan er voor deze groep jongeren ook een app op de markt worden gebracht, waarbij ze alvast vragen kunnen beantwoorden en wellicht een gevoel van steun ervaren, terwijl ze wachten op een plaatsing.
Keep on going,
Groetjes Monique